All Categories
Featured
Table of Contents
Het recente experiment in de thuiszorg met concurrentie tussen aanbieders op kleine schaal (het ging om iets meer dan 1 procent van het totale thuiszorgbudget) heeft uiteenlopende effecten gehad, beoogde en minder beoogde. Doel was de thuiszorginstellingen met hun monopoliepositie te stimuleren tot een meer klantgerichte houding en ook tot meer doelmatigheid.
Aldus ontstond enige concurrentie. Een positief en beoogd effect is inderdaad geweest dat de reeds bestaande instellingen meer oog hebben gekregen voor de wensen van de klant. Thuisverpleging Ledeberg. Maar, doordat de gevestigde instellingen en de nieuwe toetreders geen gelijke uitgangspositie bezaten, waren er ook andere, minder gewenste effecten. De nieuwe toetreders hadden bijvoorbeeld niet, zoals de bestaande instellingen, de plicht een breed pakket aan zorg te bieden.
De volgende maatregelen werden getroffen. Vanaf 1 januari 1997 moeten nieuwe toetreders de gehele aanspraak algemene thuiszorg AWBZ leveren. Thuiszorginstellingen die al voor 1 januari 1997 waren toegelaten moeten hieraan uiterlijk per 1 januari 1998 voldoen. Ook moeten ze voldoen aan de kwaliteitseisen zoals gesteld in de Kwaliteitswet, en er bestaat een acceptatieplicht.
5. Aangedrongen is op naleving van de CAO. Inmiddels worden door de minister van SZW stappen ondernomen teneinde te bevorderen dat spoedig duidelijkheid ontstaat over het algemeen verbindend kunnen verklaren van de CAO. Met deze maatregelen is er in het eerste compartiment eerder sprake van gereguleerde competitie dan van echte marktwerking.
4) leiden tot een per 1-1-1998 aanpassen van de COTG-richtlijnen met betrekking tot een redelijke balans tussen overheadkosten en directe zorguren. De toegelaten instellingen zullen op basis van strikte productie-afspraken worden gecontracteerd. 4. 6.2 Marktwerking in het tweede compartiment In het tweede compartiment werken zorgverzekeraars die risico dragen. Zij hebben contracteervrijheid (verpleging engels).
Bij ziekenhuis-verplaatste zorg zal het om soms zeer gespecialiseerde diensten gaan. Gespecialiseerde instellingen – die dus niet de plicht hebben ook nog het volledige AWBZ-pakket te bieden – kunnen gemakkelijker inspelen op nieuwe, onverwachte ontwikkelingen. Als deze zorg georganiseerd en gefinancierd wordt vanuit het ziekenhuis, kan sneller worden aangesloten op nieuwe ontwikkelingen in de ziekenhuiszorg.
Aldus kunnen verpleegkundigen die eerst verbonden waren aan «intramurale» ziekenhuizen hun kennis en kunde gaan toepassen in de ziekenhuis-verplaatste thuiszorg. verpleging engels. Ook is hier een belangrijke rol weggelegd voor de zorgcentra, waar huisartsen gaan functioneren als regisseurs van de zorg in de wijk, en waaraan bijvoorbeeld praktijkverpleegkundigen en paramedici zijn verbonden.
De huisarts is – al dan niet met advies van of in samenwerking met medisch specialisten – immers degene die de verantwoordelijkheid heeft voor zowel chronische patiënten die thuis verblijven als voor patiënten die kortdurende zorg thuis behoeven. In onze optiek kunnen deze zorgcentra opgezet worden vanuit initiatieven van huisartsen danwel vanuit ziekenhuizen, of als gezamenlijk project. verpleging engels.
Wel dienen zij dan een helder inzicht te geven in de besteding van AWBZ-gelden. Strikt toezicht op een correcte besteding van de middelen is een vereiste. Verpleeghuizen opteren eveneens voor een rol in de ziekenhuis-verplaatste zorg, en vervullen rol deze ook reeds in de praktijk. Afhankelijk van de evaluatie van de knip zullen wij de vormgeving van de thuiszorg in het tweede compartiment de komende maanden nader uitwerken.
6.3 Marktwerking in het derde compartiment Burgers die behoefte hebben aan andere vormen van thuiszorg dan die in het eerste of tweede compartiment wordt geboden, kunnen zelf hun zorg inkopen of zich daarvoor aanvullend verzekeren. Het is een sector met weinig overheidsbemoeienis. Wel moet er controle zijn op het eventuele misbruik van collectief geld voor commerciële doeleinden.
Het gaat uitdrukkelijk niet om drie strikt van elkaar gescheiden circuits. Samenhang, samenwerking blijft ook zeer noodzakelijk tussen de zorg die wordt aangeboden in het eerste, en in het tweede compartiment. De basis voor samenhang, samenwerking wordt gevonden in het overleg tussen zorgaanbieders en verzekeraars op wijk- of regionaal niveau - verpleging engels.
De compartimenten hoeven nieuwe vormen van organisatie niet in de weg te staan. Al eerder werd gewezen op de noodzaak van nieuwe, danwel versterking van al bestaande, samenwerkingsverbanden in het tweede compartiment: ziekenhuizen, huisarts, wijkverpleging. Ook in het eerste compartiment komen nieuwe combinaties tot stand: bijvoorbeeld van een verpleeghuis en een thuiszorginstelling.
Op wijk- en regionaal niveau vindt ook afstemming plaats over facetbeleid, over al die andere diensten die noodzakelijk zijn om zorg thuis mogelijk te maken, zoals huisvesting, vervoer, maatschappelijk werk. Op die manier ontstaan netwerken van zorg. Zorgcentra kunnen in de toekomst een belangrijke taak krijgen bij het faciliteren van samenhang in de zorg - verpleging engels.
De huisarts is immers degene die de verantwoordelijkheid heeft voor zowel chronische patiënten die thuis verblijven als voor zijn patiënten die voor herstel terugkeren uit een ziekenhuis. In de komende jaren zal VWS gericht aandacht geven aan het stimuleren van de vormgeving van deze samenwerking. Partners mogen aangesproken worden op hun verantwoordelijkheid om afstemming in het belang van bovenstaande doelstellingen te verzekeren.
Het ging om charitas in eigen kring, voor de eigen geloofsgenoten of geestverwanten. Ook het kruiswerk is vanuit die gedachte ontstaan: iedere «zuil» – protestant, katholiek, algemeen – had zijn eigen kruisorganisatie. Tegenwoordig is thuiszorg ondergebracht bij een volksverzekering, de AWBZ, waarvoor een ieder betaalt, en waarop een ieder ook aanspraak kan doen.
Aanvankelijk was het de christelijke charitas die steun gaf aan gezinnen in nood bijvoorbeeld bij ziekte van de huisvrouw. Rond 1900 kwam het eerste gemeentelijke initiatief tot stand om gezinnen bijstand te verlenen. Dat was in Deventer. Vervolgens werden in Amsterdam en Rotterdam «verenigingen voor huisverzorging» opgericht. De toebedeling was mondjesmaat: in 1908 trok Amsterdam 500 gulden hiervoor uit, op een begroting van 12 000 gulden.
Onderbrenging bij de GGD, zoals men in 1921 in Amsterdam probeerde, mislukte omdat het om «delicate moeilijkheden» kon gaan waarbij geloofsgenoten elkaar moesten helpen. Het werkgelegenheidsmotief speelde destijds een rol: overheidssteun aan gezinsverzorging was ook van belang aangezien deze zorg passend werk bood aan weduwen, gescheiden of verlaten vrouwen zonder verdere opleiding, of aan echtgenotes van werklozen.
In de huidige termen zouden we spreken over psychosociale steun. De zorg voor ouderen was grotendeels armenzorg, evenals de gezondheidszorg voor het arme deel van de bevolking. Voor «on- of minvermogenden» dienden de gemeenten volgens de Armenwet van 1854 te zorgen voor genees-, heel- en verloskundige zorg. verpleging engels. Voorlopers van de verzorgingshuizen waren de «Oude Mannen- en Vrouwenhuizen».
Het kruiswerk ontstond in eerste instantie uit een initiatief van een inspecteur voor de gezondheidszorg, die plaatselijke cholera-commissies organiseerde voor thuisverpleging - verpleging engels. Rond 1875 ontstond hieruit het, eerst alleen Noord-Hollandse, Groene Kruis. Naar dit voorbeeld werden enige tijd later het katholieke Wit-Gele Kruis en het protestantse Oranje-Groene Kruis opgericht. Het initiatief sloeg aan.
Het kruiswerk betekende een belangrijke motor achter tal van particuliere initiatieven in de gezondheidszorg, voor een deel bekostigd vanuit lidmaatschapsgelden, voor een ander deel vanuit overheidssubsidies. verpleging engels (Thuisverpleging Erembodegem). In de eerste helft van deze eeuw nam de levensverwachting sterk toe. Vrouwen geboren in 1910 konden, op grond van de leeftijdsverdeling op dat moment, rekenen op een levensverwachting van 57 jaar.
Latest Posts
Stoma Sex
Verschillende Soorten Stoma
Celebrities With A Stoma